In de negentiende eeuw vindt er een aantal boeiende ontwikkelingen plaats in de wetenschap. Denk bijvoorbeeld aan elektriciteit en fotografie. Met elektriciteit kun je straling opwekken. De meeste straling is onzichtbaar en boeit wetenschappers van toen en nu enorm. Een voorbeeld dat we allemaal kennen is wifi. Zichtbare straling noemen we licht en daarmee kun je foto’s maken op stralingsgevoelig materiaal zoals fotopapier.
Elke avond, nadat de duisternis gevallen is, maken de Apeldoornse nachtwakers (of kleppermannen) hun ronde door het dorp. Straatverlichting is er niet en mensen lichten zich thuis bij met olielampen en kaarsen. Het gevaar van brand en misdaden die het daglicht niet verdagen kunnen, ligt altijd op de loer. Tussen de vredig slapende bewoners van Apeldoorn en de rampspoed staat de Klepperman.
Van 22 december 1941 tot eind januari 1943 is er in Apeldoorn een Joodse school. Deze is het gevolg van de maatregel van de Duitse bezetter die bepaalt dat Joodse kinderen vanaf 1 september 1941 niet meer naar niet-Joodse scholen mogen.
Op 2 oktober 1944 heeft de eerste grote razzia in Apeldoorn plaats. Ongeveer vierduizend mannen worden voor dwangarbeid weggevoerd richting de IJssel om daar verdedigingswerken mee aan te leggen. De meesten van hen zijn echter na een week of vier al weer terug in Apeldoorn. Maar de behoefte van de bezetter aan arbeidskrachten blijft onverminderd groot. Daarom organiseren de Duitsers in de vroege ochtend van 2 december 1944 een tweede grote razzia.
In de nacht van 31 januari op 1 februari 1953 wordt het zuidwesten van Nederland getroffen door een verschrikkelijke ramp: de Watersnoodramp. Een zware storm uit noordwestelijke richting, ongunstig samenvallend met vloed en springtij, doet het water tot extreme hoogte stijgen. 1836 mensen vinden de dood en duizenden moeten evacueren omdat huis en haard zijn weggevaagd.
±
10
-
11
-
1971
v. Chr.
Het verhaal van vandaag
De 2 miljoenste naoorlogse woning wordt opgeleverd in Zevenhuizen
In de jaren ‘60 en ‘70 nam het aantal inwoners van Apeldoorn snel toe. De reden voor deze groei was de komst van grote organisaties als de Belastingdienst en Phillips naar Apeldoorn. Om deze groei op te kunnen vangen waren heel veel meer woningen nodig. Het karakter en aanzien van het dorpse Apeldoorn zou er grondig door veranderen.
Ondanks dat het al gauw te krap blijkt, is de bibliotheek in Apeldoorn vanaf 1912 lange tijd gevestigd in het pand aan de Regentesselaan. In 1980 komt daar verandering in als de gemeente de opdracht geeft om een nieuw, ruim gebouw te realiseren. Tijdens de bouw mag de bibliotheek al verhuizen naar een tijdelijk pand aan de Kapelstraat dat al veel ruimer is dan het pand aan de Regentesselaan. Op 7 november 1984 wordt de nieuwe bibliotheek feestelijk geopend.
Oude Apeldoorners denken met weemoed terug aan Willem van Tongeren, de ‘blijmoedige zwerver,’ de ‘flierefluiter God’s’, de ‘kissieskeerl’. Willem leeft in die herinneringen voort als symbool van een tijd waarin Apeldoorn nog de overzichtelijkheid van een dorp had.
Aan de rand van het centrum van Apeldoorn zit van 1972 tot 2013 een van de grootste werkgevers van de stad: Centraal Beheer. Eind jaren zestig van de vorige eeuw wil de gemeente met steun van het Rijk grote kantoren overhalen om zich in Apeldoorn te vestigen en de komst van Centraal Beheer is daarin een belangrijke stap.
Op voormalig landgoed Welgelegen wordt op 16 november 1931 door burgemeester Roosmale Nepveu de nieuwe eierhal geopend, waarbij hij de hoop uitspreekt dat deze hal “Apeldoorn aan den spits van den eierhandel” brengt. Een nieuwe hal, omdat de oorspronkelijke hal aan de Griftstraat te klein is geworden.
Begin vorige eeuw krijgt Europa, in een stroomversnelling, te maken met nieuwe technologie, ook op het gebied van transport. Een van de nieuwe ontwikkelingen is het luchtschip: reusachtige vaartuigen die in staat waren om intercontinentale vluchten te maken. Deze indrukwekkende uitvinding van Ferdinand von Zeppelin wordt gezien als de toekomst van transport. In 1929 krijgt Apeldoorn een voorproefje.
De wijk De Maten heeft al jaren een toegangsweg met de naam Matenpoort, maar in 2020 krijgt de wijk ook een fysieke poort in de vorm van een kunstwerk. Kunstenaar Marcel Smink laat zich inspireren door de geschiedenis van de wijk. Zijn zuilen staan op de plek waar vroeger, voor de bouw van de woonwijk, de gras- en hooilanden raakten aan het Apeldoorns Kanaal.
Met de bouw van de oudste middelbare school van Apeldoorn wordt in 1876 begonnen. Een jaar later wordt deze onder de naam Koninklijke Hogere Burgerschool Prins Hendrik der Nederlanden geopend. Dit gebeurt in aanwezigheid van koning Willem III en zijn broer prins Hendrik, na wie de school vernoemd is. Deze voormalige HBS heet nu Koninklijke Scholengemeenschap Apeldoorn, kortweg KSG.
Gemeente-geneesheer J.C. Vlaanderen maakt zich vanaf 1872 sterk voor een ziekenhuis in Apeldoorn. Dat jaar heerst er in Nederland de pokken, nadat er daarvoor een cholera-epidemie is geweest. Vlaanderen kaart het onderwerp meerdere keren aan, maar krijgt op dat moment helaas weinig medestanders.
Midden in woonwijk De Maten en aan de rand van het Matenpark ligt kinderboerderij De Maten. In en om deze kinderboerderij leven onder andere pony’s, geiten en knaagdieren en er is een speeltuin. De kinderboerderij is in oktober 1980 geopend, maar de boerderij zelf is al veel ouder.
In Apeldoorn wordt in 1918 Minerva geopend, één van de eerste bioscopen in Nederland. Deze bioscoop is het laatste werk in Apeldoorn van architect Chris Wegerif. Het is tevens zijn enige ontwerp dat voor openbaar gebruik bestemd is. De zaal heeft een balkon en een totale capaciteit van 530 zitplaatsen; het verhoogde podium is 11 meter breed en 11 meter diep.
±
22
-
10
-
1850
v. Chr.
Het verhaal van vandaag
Wilhelm Röntgen legt de eerste steen van het Röntgenhuis
Er is een inwoner van Apeldoorn die wereldberoemd is geworden: Wilhelm Conrad Röntgen, de ontdekker van de röntgenstralen. Wilhelm is in 1845 in Duitsland geboren, maar het gezin kiest in 1848 vanwege de politieke onrust in Pruisen een veilig heenkomen in Apeldoorn. Zijn moeder, Constance Frowein, is Nederlandse en ze besluiten daarom naar Nederland te verhuizen.
In het begin van de jaren 60 kampen twee TNO-instituten in Delft met ruimteproblemen. Het gaat om het Centraal Technisch Instituut en het Metaal Instituut. In dezelfde tijd is het overheidsbeleid gericht op ‘spreiding van rijksdiensten’. Zo verhuist de PTT naar Groningen, het ABP naar Heerlen en de Belastingdienst en het Rijkscomputercentrum naar Apeldoorn.
±
29
-
9
-
1923
v. Chr.
Het verhaal van vandaag
Landdag van de Bijzondere Vrijwillige Landstorm op Fort Java
Op 29 september 1923 wordt Fort Java in het Paleispark belegerd. Althans, daar heeft het alle schijn van… Fort Java is een van de drie kunstmatige heuvels in het Paleispark dat in de winter van 1853-1854 aangelegd zijn. De oorspronkelijke functie van deze forten is onduidelijkheid, maar het blijkt een heel geschikte plek voor de Landdag van de Bijzondere Vrijwillige Landstorm van Gelderland en Overijssel.
Koning Willem III is de eerste Oranje die Paleis Het Loo ook daadwerkelijk als zijn belangrijkste woonverblijf gebruikt. Dat heeft alles te maken met de liberale Grondwet die in 1848 nog onder goedkeuring van zijn vader koning Willem II in werking is getreden. In die grondwet is de macht van de Nederlandse vorst aanzienlijk teruggesnoeid en gedurende zijn koningschap (1849-1890) blijft Willem III in de clinch liggen met de Haagse politiek.
Van alle beken die op het grondgebied van de gemeente Apeldoorn vanaf de Veluwe richting IJssel stromen, is de Grift de belangrijkste. Andere Apeldoornse beken monden uit in de Grift, die op haar beurt meer dan 30 km noordwaarts bij Hattem uitkomt op de IJssel. Al vanaf de 14e eeuw voedt ze met haar water een aantal watermolens in Apeldoorn, zoals de Monnikhuizer Korenmolen, de Holthuizer Molens, De Tepelenberg papiermolens, de molens De Vlijt en de Stinkmolen.
Omstreeks 1795 telt Ugchelen slechts 146 inwoners, maar mede door de papierindustrie en door de bouw van een school, groeit deze buurtschap uit tot een levendig dorp. In 1900 wonen er inmiddels 630 mensen. Voor en door de inwoners wordt in 1912 een houten dorpshuis gebouwd en wordt een vereniging opgericht met de naam Ugchelens Belang.
De scheepsvaart was lange tijd de meest praktische manier van transport, maar met de introductie van de trein in de 19e eeuw kregen de waterwegen serieuze concurrentie. Het spoornetwerk in Nederland groeit snel en ook Apeldoorn krijgt een spoorverbinding in 1876. Samen met de opening van het kanaal in 1825 neemt de bereikbaarheid van de stad enorm toe waardoor de economie flink groeit. Deze vooruitgang neemt echter ook problemen met zich mee…
De bezetting van Apeldoorn door de Duitsers heeft vooral gevolgen voor de Joodse Apeldoorners. Langzaam maar zeker worden hun vrijheden ingeperkt en wordt het voor hen steeds onveiliger.
±
29
-
8
-
1913
v. Chr.
Het verhaal van vandaag
Oprichting van de Nederlandse Cocosfabriek (Nedcos)
De voorloper van de Nederlandse Cocosfabriek (Nedcos) wordt in 1906 door de Poolse immigrant Abraham Bukowsky opgericht. Hij brengt in 1913 de productie onder in een Naamloze Vennootschap, waarmee de oprichting een feit is. Nadat Bukowsky in 1916 naar Polen is terugverhuist groeit de fabriek aan de Pelikaanlaan en de Reigersweg onder leiding van Johan Paul en Joseph Leverpoll uit tot de grootste verwerker van kokosvezel in Nederland. Omdat in diezelfde tijd aan Kanaal Noord ook de Jute- en Cocosfabriek L.J. Heijmeijer een aanzienlijke omvang aanneemt, mag Apeldoorn zich vanaf de jaren twintig de officieuze "kokosmattenhoofdstad van Nederland" noemen.
Voor de Tweede Wereldoorlog bestaat het gebied, dat ook dan al De Maten wordt genoemd, voornamelijk uit veengronden, moerassen en moerasbossen. Na de bevrijding wordt Apeldoorn één van de snelst groeiende gemeenten van Nederland en moeten er nieuwe woonwijken gebouwd worden. Voor het bouwen van de grootste wijk laat de gemeente haar oog op dit gebied vallen.
Op 13 juli 1917 besluit de Apeldoornse gemeenteraad dat de Dorpstraat voortaan Hoofdstraat moest heten. Aan dat besluit is de meest enerverende, spannende en inspirerende periode in de geschiedenis van Apeldoorn voorafgegaan. In het laatste kwart van de negentiende eeuw raakt het rustige Veluwse dorp bevangen door een ongekende energie en ontpopt het zich tot een moderne stad met allure.
Aan de Kerklaan 17 staat een van de oudste gebouwen in de buurt van het Oranjepark: de Sociëteit Apeldoorn. Dit pand wordt in 1878-1879 voor de vereniging Sociëteit Apeldoorn gebouwd als locatie voor haar bijeenkomsten.
Nadat in 1890 een verwoestende brand de Nieuwe Kerk aan de Loolaan in de as heeft gelegd, besluiten de kerkvoogden voor de herbouw een prijsvraag uit te schrijven. Ze nodigen tien architecten uit om een ontwerp te maken waarvan de bouw niet meer dan 170.000 gulden mocht kosten. De architecten dienen hun tekeningen niet in onder eigen naam maar slechts met een motto, om de onpartijdigheid van de jury te waarborgen.
Aan de Zwolseweg, op de plek waar nu het gebouw van de Koninklijke Marechaussee staat, stond ooit Station Het Loo. Hier stopte het ‘Koningslijntje’ dat in 1876 werd aangelegd, het jaar waarin het station in Apeldoorn opende. Het stationsgebouw bij Het Loo is een ontwerp van A.J. Bogaerts uit Breda en Apeldoorner Chris Wegerif heeft de bouw ervan uitgevoerd en begeleid.
De allereerste nettenfabriek in Nederland staat in Apeldoorn: Carl Gustav von Zeppelin opent in 1883 de ANZA (de Apeldoornse Nettenfabriek Zeppelin Apeldoorn), die op een strategische plek vlak bij het station en het Apeldoorns Kanaal staat. Vanaf dat moment is deze Nettenfabriek een grote werkgever in Apeldoorn en door de jaren heen wordt de ANZA de grootste nettenfabriek in Nederland: in 1917 werken hier maar liefst 400 arbeiders.
De Rotterdamse fotograaf Wim Mager koopt in de jaren zestig van de vorige eeuw twee dwergaapjes. Het is een paartje en er komen steeds meer apen bij. Om deze apen een goed thuis te bieden, ontwikkelt hij een idee dat bekend wordt als ‘de Apenheul’.
Ugchelen heeft begin 20e eeuw geen eigen kerk. Dorpsbewoners gaan naar Beekbergen en Apeldoorn om daar de kerkdiensten bij te wonen. Wel is er vanaf 1894 het ‘locaal’ aan de Duikerweg; een klein 'multifunctioneel' gebouw dat Jan van Houtum, eigenaar van de papierfabriek in het dorp laat bouwen voor de zondagschool. Ook dorpsvereniging Ugchelen Belang komt er samen. Vanaf 1913 worden in de winter ook kerkdiensten in het locaal gehouden. In 1919 schenkt de zoon van Jan van Houtum het gebouwtje aan de kerk.
±
1
-
6
-
1944
v. Chr.
Het verhaal van vandaag
Bibliothecaresse en directrice Eleonora Gehner duikt onder
De Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog heeft invloed op alle facetten van de samenleving. Ook op de bibliotheek, want de bezetter gebruikt bibliotheken om de samenleving te ‘verduitsen.’ Dat begint met het weren van ongewenste auteurs uit de collectie. In de hoop te kunnen blijven bestaan, gaat de bibliotheek hier in eerste instantie in mee, in lijn met de landelijke stichting van openbare leeszalen. De bibliotheek was een van de weinige afleidingen voor de Apeldoorners, en trok veel bezoekers.
Begin 1911 werd in Apeldoorn de Vereeniging tot oprichting en instandhouding van een openbare leeszaal en bibliotheek opgericht. Dit initiatief, georganiseerd door betrokken burgers met steun vanuit de gemeenteraad, komt niet uit de lucht vallen. In deze periode worden door het hele land bibliotheken geopend. Het begin van de twintigste eeuw is een periode van snelle ontwikkeling in de maatschappij en wetenschap. Leeszalen moeten de bevolking helpen om deze toenemende welvaart bij te kunnen benen. Er is genoeg belangstelling in Apeldoorn; meteen bij oprichting had de vereniging al 300 leden.
Na de bevrijding van Apeldoorn trekt het 1e Canadese leger verder noord- en westwaarts om de rest van het land te helpen bevrijden. Hun hoofdkwartier vestigen ze echter hier. In de eerste plaats ligt Apeldoorn strategisch gunstig, maar niet minder belangrijk is dat de vertrokken Duitsers een ‘infrastructuur’ hebben achtergelaten.
Op de sokkel van dit beeld staat: 'De kus. Geschenk van Apeldoorn aan Hunne Koninklijke hoogheden Prins Willem-Alexander en Prinses Máxima ter gelegenheid van hun huwelijk op 2 februari 2002'.
Het ontstaan van het Sprengenpark heeft een lange aanloop gekend. Al in 1921 koopt de gemeente Apeldoorn een perceel grond waar de Badhuisspreng doorheen stroomt. Deze spreng voert water vanaf de Veluwe aan naar het voormalige Badhuis en naar de vijver in het Oranjepark. Jaren later, in 1940, koopt de gemeente een tweede aangrenzend stuk grond aan de Asselsestraat. Het plan is om daar een nieuw park te aan te leggen met inzet van werklozen in het kader van de werkverschaffing. Door de Tweede Wereldoorlog belandt dit plan echter in de ijskast.
±
9
-
6
-
1884
v. Chr.
Het verhaal van vandaag
Keizerin Elisabeth van Oostenrijk ‘Sissi’ bezoekt Apeldoorn
Op maandag 9 juni 1884 , om 14.19 uur, arriveert hier op het station keizerin Elisabeth van Oostenrijk, beter bekend als ‘Sissi’. De keizerin brengt een bezoek aan Paleis Het Loo en het Koninklijk Park. Om 17 uur gebruikt ze het diner in hotel De Keizerskroon, daarna maakt ze nog een wandeling over de Loolaan.
Tijdens de Gelderse Oorlogen in de veertiende eeuw staan hertog Reinald III van Gelre en zijn broer Eduard lijnrecht tegenover elkaar in hun strijd om de macht in Gelderland. In de periode van 1350 tot 1361 woedt tussen deze broers een ware Gelderse Broederstrijd. Reinald krijgt de horige en onderdrukte boeren van de Veluwe aan zijn kant door hen vrijheid te beloven als ze samen met hem tegen zijn broer vechten. Zijn broer Eduard stelt met andere edelen van de Veluwe een aanzienlijk leger samen en zij willen koste wat kost de oude orde herstellen.
In de wijk Berg en Bos wordt op 20 juni 1934 het Bosbad officieel geopend, een openluchtzwembad dat aangelegd is als gemeentelijke zweminrichting. Het zwembad heeft in die tijd vijf verschillende baden: één voor gemengd zwemmen, één voor dames, één voor heren, één voor kinderen en één voor wedstrijdzwemmen.
Op Tweede Pinksterdag 1595 arriveert dominee Theodorus Jacobi in Apeldoorn. Hij brengt een officiële brief mee van het Hof van Gelre in Arnhem. In de brief staat dat de geestelijke zorg van Apeldoorn voortaan op gereformeerde leest geschoeid moet worden. De katholieke dorpspastoor Voet moet zijn religieuze taken overdragen aan Jacobi, die deze ochtend voor het eerst de kansel van de dorpskerk beklimt...
De Veluwe is eeuwenlang een tamelijk leeg gebied geweest: uitgestrekt en open, zonder muren of andere verdedigingswerken. Tijdens oorlogen, die zich zeker vanaf het einde van de middeleeuwen en in de tijd van de Reformatie herhaaldelijk voordoen, valt het gebied weerloos ten prooi aan plunderende troepen.
±
12
-
5
-
1897
v. Chr.
Het verhaal van vandaag
Eerste begrafenis op de begraafplaats aan de Soerenseweg
De Apeldoornse bevolking groeit in de laatste decennia van de negentiende eeuw sterk. Met die groei neemt uiteraard ook het aantal sterfgevallen toe en wordt de begraafplaats aan de Loolaan (waar nu Orpheus staat) te klein. In 1895 besluiten burgemeester Van Hasselt en zijn wethouders daarom een stuk heidegrond te kopen van de heer Hoegen Dijkhof, aan de Soerensche Grintweg.
Niet lang na zijn troonsbestijging in 1849 ontvangt Koning Willem III signalen dat er in de buurt van zijn nieuwe thuisverblijf, paleis Het Loo, eigenlijk geen enkele acceptabele onderwijsinstelling te vinden is. Hierop stelt de koning terstond een 'commissie tot oprichting' in en hij geeft zijn hofarchitect Henri Camp opdracht een nieuwe school te ontwerpen.
Burgemeester Quarles van Ufford schenkt in 1937 een stuk van het Orderbos aan het ministerie van Binnenlandse Zaken dat daar een legeringscomplex laat bouwen. Het complex dat de naam Koning Willem III-kazerne krijgt, wordt op 10 mei 1939 officieel en feestelijk in gebruik genomen.
Hendrik Christiaan van der Houven van Oordt koopt in 1874 landgoed de Pasch en verkavelt dit. Ook laat hij op het landgoed een park aanleggen, dat op 13 mei 1876 groots geopend wordt. Bij deze opening is koning Willem III als bijzondere gast aanwezig; met zijn toestemming krijgt dit park de naam Oranjepark. Door een park aan het landgoed toe te voegen, wordt het aangewezen als villapark.
Na de geboorte van prinses Juliana op 30 april 1909 wordt in veel Nederlandse steden een ‘Julianapark’ aangelegd. Apeldoorn heeft dan al een traditie van parken die verwijzen naar het koninklijk huis. Het Apeldoornse Julianapark komt in het ‘vierkant’ Zwolseweg-Loseweg-Dillenburglaan-Rostocklaan. Wie zich vanuit Paleis Het Loo naar het Loo-station aan de Waldeck Pyrmontlaan (nu Zwolseweg) begeeft, komt voortaan dwars door het nieuwe park.
De bevrijding van de Veluwe gebeurt vanuit het oosten. Van de richting Berlijn oprukkende geallieerde hoofdmacht buigt het 1e Canadese leger af richting Nederland. De hindernis van de IJssel nemen ze op 11 en 12 april waarna ze zich richten op de bevrijding van de Veluwe. Een paar dagen later trekken ze het oostelijk deel van Apeldoorn binnen. Er volgen hevige gevechten en verschillende gebouwen lopen schade op. De luchtbeschermingsdienst komt handen en voeten tekort.
Waterwegen zijn in ons land lange tijd de belangrijkste transportwegen geweest. Rond de zestiende eeuw varen er bijvoorbeeld transportschepen over de Grift in Apeldoorn. Dan al zijn er plannen om de Grift beter bevaarbaar te maken. Ook wordt de mogelijkheid overwogen een nieuw kanaal gegraven.
Op de plek waar eeuwenlang papiermolen ‘t Slop heeft gestaan wordt in 1897 begonnen met de bouw van een fabriek tot het vervaardigen van tricotwaren en andere gebreide goederen. Eerst heet ze nog Firma Möbus en Panhuyzen’, maar al snel wordt ze bekend als de N.V. Textiel Industrie Maatschappij Apeldoorn, ofwel TIMA.
De Apeldoornsche Coöperatieve Boerenleenbank, die in 1972 zal fuseren met de Raiffeisenbank tot Rabobank, vervult vanaf haar oprichting in 1909 een centrale rol in Apeldoorn. De bank wordt in het leven geroepen voor de financiering van de boeren.
Vóór 1918, toen het nog niet zo druk was op de Nederlandse wegen, was voorrang nog geen regel, maar een gunst. Alle kruispunten waren gelijkwaardig en wie er een naderde kwam er al communicerend met andere weggebruikers wel uit wie eerst mocht.
In 1918 was deze situatie onhoudbaar geworden. Wettelijk werd vastgelegd: verkeer van rechts heeft voorrang. Diezelfde regel wordt in 1949 ook Europees ingevoerd. Maar waarom rechts? Waarom niet links?
“Een belangrijke dag voor Apeldoorn” kopt de Nieuwe Apeldoornsche Courant. Het gaat over zaterdag 30 maart 1935. Die dag staat om vier uur ’s middags een tiental fonkelnieuwe autobussen klaar op het Raadhuisplein. Burgemeester, wethouders, raadsleden en andere genodigden zijn door de gebroeders Robart uitgenodigd voor de feestelijke ingebruikname van de nieuwe Apeldoornse Autobusdienst A.A.A.
De opening van Cultuur Onder Dak Apeldoorn (CODA) in 2004 door toenmalig koningin Beatrix is een groot feest. Met reden. Met het nieuwe gebouw, ontworpen door Herman Hertzberger en verbonden met het bestaande bibliotheekgebouw van architect Hans Ruijssenaars, komt er een eind aan jarenlange huisvestingsproblemen. En dat niet alleen: door het samengaan van twee musea, de openbare bibliotheek en het gemeentelijk archief wordt met de oplevering van het CODA-gebouw ook het eerste Nederlandse 'cultuurwarenhuis' gerealiseerd. Een prestatie van formaat.
Tot 1842 kerkt Nederlands Hervormd Apeldoorn, waar onder ook de koninklijke familie wanneer zij verblijft op Het Loo mag worden gerekend, in de oude Mariakerk, middenin het dorp op het huidige Raadhuisplein. Omdat die oude kerk te klein is en te veel onderhoud vergt spreekt koning Willem I in 1839 zijn bereidheid uit om een nieuwe kerk te financieren, maar wel op voorwaarde dat die een stuk dichter bij het paleis zou komen te staan.
De Apeldoornse Historische Vereniging Felua onderzoekt omstreeks 1900 een aantal grafheuvels in het Vanenbosch, vlak bij Hoog Soeren. Tijdens dit onderzoek vinden ze enkele grafheuvels, met daarin meerdere urnen die nog intact zijn. De grafheuvels en urnen dateren uit de periode 1100 tot 250 voor Christus toen vooral op de hoger gelegen delen van de Veluwe mensen leefden in boerennederzettingen. Zij begroeven hun doden in grafheuvels.
Apeldoorn wordt rond 1900 als woonplaats steeds populairder en het inwoneraantal neemt dan ook toe. Ondanks die groei blijft het theateraanbod de eerste jaren achter; alleen aan de Nieuwstraat is er een klein theater, Tivoli.
Ans Schut, geboren in Apeldoorn op 26 november 1944, leert al vroeg schaatsen op de bevroren vijvers in het Paleispark. Vanaf het midden van de jaren ’60 maakt ze landelijk naam als langebaanschaatster. Ans traint veel op de Kunstijsbaan in Deventer. Daarnaast maakt ze vele oefenkilometers op de rolschaatsen die haar trainer Ab Steneker speciaal voor haar heeft gemaakt. In de wijk Kerschoten is de langszoevende atlete een vertrouwd gezicht.
±
19
-
2
-
1863
v. Chr.
Het verhaal van vandaag
Arie Lieman schildert de ontsteking van de eerste gaslantaarn
Ons beeld van Apeldoorn in de 19de eeuw is in hoge mate gekleurd door de tekeningen van Arie Lieman. Hij maakte er tientallen tussen pakweg 1840 en 1880. Daarna kwamen er fotografen die het dorp vastlegden. Wie echter weten wil hoe Apeldoorn er vóór 1880 uitzag, kan niet om Arie Lieman heen.
De gemeenteraad vergaderde tot 1842 in verschillende herbergen, waaronder Herberg Het Roode Hert. Omdat de gemeente groeit, worden dat soort locaties te klein. Ook kunnen op die openbare plekken gevoelige onderwerpen niet goed besproken worden.
Begin jaren ’20 wordt er een nieuw dorpje op de Veluwe gebouwd: Radio Kootwijk. Het bestaat uit verschillende zendergebouwen, personeelswoningen, een hotel en een watertoren. Alles in Radio Kootwijk draait om de zenders. Daarmee wordt op 5 mei 1923, de dag van de opening van het zendstation, voor de eerste keer een radiotelegrafische verbinding tot stand gebracht met de andere kant van de wereld.
±
6
-
1
-
1814
v. Chr.
Het verhaal van vandaag
Admiraal van Kinsbergen richt de Oranje Burgercompagnie op
Eind 1813 beginnen de Fransen zich terug te trekken uit Nederland. Ook Apeldoorn wordt door hen prijsgegeven, maar het gevaar is nog niet geweken. In Deventer houden nog 1.200 Franse soldaten stand. De Prins van Oranje, die later tot koning Willem I zal worden gekroond, roept de burgers van Nederland op zich te weren.
In de nacht van 21 op 22 januari 1943 wordt Het Apeldoornsche Bosch door de nazi’s ontruimd. Ruim 1200 patiënten, onder wie tientallen kinderen, en 50 personeelsleden worden op transport gesteld naar Auschwitz-Birkenau. Geen van hen keert terug. De volgende ochtend worden ruim 200 achtergebleven personeelsleden naar Westerbork getransporteerd. In één nacht komt er op gruwelijke wijze een eind aan wat jarenlang een bloeiende instelling en een levendige gemeenschap was.
Transportwagenfabriek Buiscar wordt in 1936 opgericht in Den Haag door Theo Aardse. Die heeft zich een jaar daarvoor bij een kwekersbedrijf in het Westland verbaasd over het gezwoeg met houten en ijzeren wagens. Dit inspireert Aardse tot het fabriceren van lichtere karretjes en steekwagens, gemaakt van buizen. Zijn idee slaat al snel aan en op zoek naar een grotere bedrijfslocatie laat Aardse in 1941 zijn oog vallen op Apeldoorn, waar Buiscar onderdak vindt in de voormalige papierfabriek van de N.V. Wilhelmina aan Kanaal Zuid.
Tussen 1858 en 1866 wordt het zuidelijk deel van het Apeldoorns Kanaal gegraven. Eerder, in 1829, is al het noordelijk gedeelte van Apeldoorn tot aan Hattem opgeleverd. Nu wordt dat kanaal vanaf landgoed Welgelegen doorgetrokken tot aan de IJssel in Dieren. Om de waterstand op peil te houden en scheepvaart te garanderen worden er sprengen gegraven die grondwater vanaf de hoger gelegen Veluwe aanvoeren. Hoewel het niet echt lukt om van het kanaal een zekere vaarroute te maken voor grotere schepen, betekent het nu voltooide kanaal een enorme impuls voor de industrialisatie van Apeldoorn.
In de jaren 60 kent Apeldoorn een evenknie van Philips: het Ingenieursbureau Frowijn & Co, gespecialiseerd in de productie van elektrische installaties en apparaten. Als enige bedrijf in Nederland vertegenwoordigden zij ACEC-producten. ACEC, afkorting van ‘Ateliers des Constructions Electriques à Charleroi’, is de belangrijkste Belgische firma van elektromotoren en huishoudtoestellen met vestigingen over de hele wereld. Naast complete aandrijvingen voor tram-, metro- en treinstellen, elektrische locomotieven en trolleybussen (voor o.a. Arnhem), produceert ACEC ook stroomkabels, transformatoren en elektromotoren.
Na de aanleg van de straatweg van Arnhem naar Apeldoorn in 1843 worden er langs de route diverse tolhuizen gebouwd. In Apeldoorn is dat Tolhuis nr. 5 en vanaf 1864 verzamelt Johannes Theodorus Vaal hier de tol. Daarnaast is hij ook jachtopziener van koning Willem III. Vanwege die laatste functie krijgt hij regelmatig geschoten wild dat hij in zijn vrije tijd opzet. In 1880 wordt het heffen van tol opgeheven maar de familie Vaal blijft in het tolhuis wonen. Johannes opent er koffiehuis ’t Apeldoorns Museum. Uniek aan zijn café is dat bezoekers er tijdens het nuttigen van een drankje zijn opgezette dieren kunnen bewonderen. Naarmate het museum bekend wordt in de regio, ontvangt hij allerlei bijzondere objecten om te tonen.
In 1964 verhuizen 144 Molukkers vanuit verschillende woonoorden in Nederland naar Apeldoorn. Het rijk bouwde in 1962 63 woningen voor hen aan de Cort van der Lindenstraat en Van Oldenbarneveltstraat in Apeldoorn-Zuid.
±
-
-
1959
v. Chr.
Het verhaal van vandaag
Een vroeg voorbeeld van' participatiearchitectuur'
John (N.J.) Habraken was een vooraanstaand architect in Nederland. Het bijzondere aan zijn loopbaan is dat hij vrijwel geen gebouwen ontwierp. Voor zover bekend is de bungalow aan de Wildernislaan 63, gebouwd in 1959, het enige gebouw van Habraken in Nederland. Het is een vroeg voorbeeld van ‘participatiearchitectuur’, een manier van bouwen waarbij meer rekening wordt gehouden met de wensen van de bewoner.
Marten Talens koopt in 1899 een zogenaamde ‘dorpsvilla’ aan de Sophialaan. Hier richt de Groningse bankier zijn "Nederlandse Fabriek voor Verven, Lakken en Inkten" op. De reden dat hij daarvoor deze plek in Apeldoorn kiest, is vrijwel zeker de ligging vlakbij zowel het Apeldoorns Kanaal als de spoorweg tussen Oost- en West-Nederland. De producten worden snel populair in Nederland én het buitenland.
±
-
-
1905
v. Chr.
Het verhaal van vandaag
Roelof Kisjes hangt de ‘Bede van een Paard’ op in zijn stal
In 1904 begint stoombootagent Roelof Kisjes een transportbedrijf. Hij is op dat moment nog geen 20 jaar oud, dus ondernemingszin kan hem zeker niet ontzegd worden. Kisjes bouwt zijn bedrijf uit tot een bekende naam aan het Apeldoorns Kanaal, dat dan nog een belangrijke levensader is voor vele Apeldoornse bedrijven en handelaren. De ‘motor’ van Kisjes transport is in die jaren te vinden in het grote houten stalgebouw aan Kanaal Noord. Daar staan de paarden.
Vijfentwintig heren verzamelden zich op 17 januari 1896 in de kleine zaal van de Sociëteit Apeldoorn aan de Kerklaan bij het Oranjepark om een nieuwe vereniging op te richten. Het doel van deze nieuwe vereniging is 'het stichten en in stand houden van een museum van oudheden van de Veluwe en beoefening harer geschiedenis'.
De gemeente Apeldoorn ontstaat feitelijk pas in 1817. Vóór die tijd wordt Apeldoorn bestuurd als een ‘scholtambt’ binnen het Gelderse kwartier van Veluwe of als onderdeel van de Hoge Heerlijkheid Het Loo. Het bestuur van Apeldoorn is in die tijd geen hogere wiskunde; de hele financiële huishouding en administratie past in één archiefkist van bescheiden afmetingen.
Sinds de reformatie mogen katholieke Apeldoorners hun geloof niet meer in het openbaar uitdragen. Zolang ze het binnenshuis beoefenen, wordt het gedoogd. Dat is onder andere het geval in kasteel Ter Horst in Loenen en in kasteel de Cannenburgh in Vaassen.
Zuster Juul Paats komt in 1937 naar Apeldoorn om samen met haar vriendin Ans Taal, eveneens verpleegster, een rusthuis te gaan beheren in twee villa’s aan de Arnhemseweg. Ze noemden het ‘Maria-Caecilia’. Paats is niet alleen ondernemend, ze heeft ook lef en een groot gevoel voor rechtvaardigheid. Als jonge vrouw in Den Haag maakte ze zich al sterk voor het vrouwenstemrecht.
Na de Tweede Wereldoorlog ontstaat er in de wereld een tweedeling die we de Koude Oorlog zijn gaan noemen. Aan de ene kant staat het westen, aangevoerd door de Verenigde Staten, aan de andere kant het Oostblok onder invloed van de Sovjet Unie. In Nederland en ook in Apeldoorn wordt de Koude Oorlog vooral ervaren als een vrijwel onzichtbare, maar voortdurend aanwezige dreiging.
Na de brand in het Apeldoornse gemeentehuis in mei 1943 zijn de werkplekken van de burgemeester en zijn medewerkers tijdelijk ondergebracht in panden in de omgeving. Zo werkt burgemeester Pont een tijd lang vanuit De Poort van Kleef. In 1944 wordt een grote villa op Loolaan 20 ingericht als tijdelijk gemeentehuis. Wat de burgemeester en ook de Duitsers niet weten, is dat Apeldoornse verzetsmensen op de zolder van die villa een geheime telefooncentrale te installeren...
Al in 1949 wordt de bosvijver op initiatief van de Stichting 1940-’45 op feeërieke wijze aangelicht. Talloze Apeldoorners genieten ervan tijdens een avondwandeling door het park. De geringe vergoeding die ze daarvoor betalen komt ten goede aan de Stichting die zich inzet voor de opvang van gewond of getraumatiseerd geraakte verzetsmensen en ondersteuning van families van gesneuvelden.
Philip en Sara Goudsmit komen in 1930 in Apeldoorn wonen met hun vijfjarige dochter Carolina. In 1935 krijgen ze nog een dochter die ze Frouwke noemen.
Philip is oorspronkelijk slager, maar werkt als hoofdvertegenwoordiger voor de Rotterdamse firma Osmond & Zonen die handelt in dierenmedicamenten en veevoeder. Zijn belangrijkste hobby is daaraan gerelateerd: Philip en Sara fokken honden en konijnen.
Op de Veluwe ligt het grootste oppervlak aan zandverstuivingen in Nederland. Een soort strand zonder de zee. De Veluwse zandverstuivingen ontstaan in de laatste ijstijd als het zo koud is dat er nauwelijks planten en struiken kunnen groeien. De wind krijgt vat op de kale zandbodem en grote hoeveelheden zand en stof worden door stormen meegenomen en afgezet op de stuwwal die we nu de Veluwe noemen.
Wie aan de Veluwe denkt, ziet edelherten, zwijnen, moeflons en sinds een aantal jaar ook wolven; zoogdieren die door hun formaat, door de verhalen die bij hen horen en door hun rol in de geschiedenis tot de verbeelding spreken. Maar de natuurlijke rijkdom - de biodiversiteit van de Veluwe - is eindeloos veel gevarieerder dan deze 'grote vier'.
In de wijk Berg en Bos ligt de Valkenberglaan. Deze laan maakt deel uit van een vrijwel lijnrechte verbinding tussen Paleis Het Loo en de heuvel die we nu kennen als de Valkenberg. Verscholen in de bosrijke villawijk valt de Valkenberg nauwelijks op, ondanks zijn hoogte van 50 meter boven N.A.P. Meer dan een stevig klimmetje tussen Parkflat Arendsburght en het Boschbad is het niet.
Gerard van Reekum is de zoon van een Apeldoornse koperslager. Als jongvolwassene verlaat hij zijn geboortedorp en gaat hij handelen in fietsen. In de jaren ’20 verruilt hij dat vak voor de handel in stalen buizen en fittingen voor de verwarmingsindustrie. Hij doet dit onder de naam 'Van Reekum’s Metaal Handel', oorsprong en basis voor de naam Remeha.
De Eerste Koning van Nederland is een Fransman. Lodewijk Napoleon, wordt in 1806 door zijn broer, de Franse keizer Napoleon Bonaparte als ‘Koning van Holland’ aangesteld. Lodewijk Napoleon neemt zijn koningschap uiterst serieus. Hij doet zijn best om de Nederlandse bevolking en cultuur te leren kennen.
In het dorp Loenen ligt Kasteel ter Horst. De naam ‘Ter Horst’ verwijst naar de verhoging - vroeger ‘horst’ genoemd - waarop het kasteel is gebouwd. De eerste steen voor wat bedoeld is als een zomer- en jachtverblijf wordt gelegd rond 1557. Eigenaar is de Arnhemse burgemeester Wijnand Hackfort (1522-1563). Hij is erg tevreden met zijn nieuwe kasteel en noemt het zijn ‘Lagchend Huys’.
Als hoofdstad van de Veluwe heeft Apeldoorn een bijzondere relatie met het grootste en waarschijnlijk ook indrukwekkendste dier dat daar rondloopt: het edelhert. Het hert (en ander wild) is de reden dat er al in de middeleeuwen gefortuneerde heren – toen nog zonder uitzondering van adel – aan de randen van het natuurgebied neerstreken. Een van de jachtkastelen van waaruit zij hun belangrijkste hobby ondernemen is jachtslot Het Loo.
Op het eerste oog denken mensen vaak dat herberg Het Oude Loo ooit gewoon een woonhuis was. Het pand wijkt immers niet echt af van de andere panden in de omgeving. Alleen de (bescheiden) uithangborden voor bier en jenever verraden de hoedanigheid van een café.
Jan Hendrik van Kinsbergen wordt gezien als de laatste grote zeeheld van Nederland, vooral door zijn heldhaftige optreden in de Slag bij Doggersbank op 7 augustus 1781. Hij heeft een praalgraf in de Nieuwe Kerk in Amsterdam, vlak naast dat van Michiel de Ruijter. Zijn stoffelijk overschot is daar echter nooit ter aarde besteld, want dat bleef in zijn sterfplaats Apeldoorn.
De eerste Nederlandse spoorlijn van Amsterdam naar Haarlem wordt op 20 september 1839 feestelijk in gebruik genomen. Koning Willem I staat met zijn privévermogen garant voor de aanleg van een spoorwegnetwerk door Nederland. In 1837 bezit hij ongeveer een vijfde van de aandelen in het spoorwegennetwerk. Zo speelt hij een belangrijke en sturende rol in de ontwikkeling van Nederland én van Apeldoorn.
Midden jaren vijftig is er grote behoefte om een katholieke Hogereburgerschool(HBS) voor jongens en meisjes op te richten; hoger gekwalificeerd dan de ULO (vergelijkbaar met de huidige MAVO) maar lager dan het gymnasium.
Wie anno 2023 over het Marktplein in Apeldoorn loopt, kan zich maar moeilijk voorstellen dat hier in de vorige eeuw grootschalige veemarkten werden gehouden en veekeuringen, officieel ‘districtsfokveedagen’ genoemd.
Ergens diep verscholen in Stadspark Berg en Bos ligt alweer bijna een halve eeuw een kleine nederzetting uit de ijzertijd: het Hapsdorp. Op een plateau in het Haasbergerravijn, een smeltwaterdal uit de voorlaatste ijstijd, liggen rond een dorpsplein twee woonboerderijen, een open kapschuur, enkele dierenverblijven voor de schapen, varkens, kippen en ganzen, twee kookhutten, een kleine smidse en diverse opslagplaatsen voor brandhout.
Dominee Ottho Gerhard Heldring, die zich rond het midden van de 19e eeuw opwerpt als aanjager van de ontwikkeling van de nederzetting Hoenderloo tot een echt dorp, is een bevlogen man. Hij is een van de vlaggendragers van een stroming in gereformeerd Nederland die Het Réveil wordt genoemd.
Het kruispunt van de Loolaan, Jachtlaan, Amersfoortseweg en Zwolseweg bij de Naald is al erg oud. Lang waren het zandwegen die hier kruisten. Maar Lodewijk Napoleon, aangesteld in 1806 als koning van Nederland door zijn broer Napoleon Bonaparte, zorgde voor een verharde weg tussen Amersfoort en Apeldoorn.
De Veluwe staat bekend om de eindeloze bossen. Maar was dat altijd al zo? Het antwoord is nee. Als je kaarten bekijkt van het eind van de 19e eeuw, bijvoorbeeld op www.topotijdreis.nl, dan zie je maar hier en daar een pluk bos. Tot circa 1900 was de Veluwe vooral 'Een wilt en bijster landt' met veel zand en heide.
In 1951 is op initiatief van de Vereniging van Beeldende Kunstenaars te Apeldoorn door de gemeente het fonds Fraaier Apeldoorn in het leven geroepen. Doel is de ‘verfraaiing van Apeldoorns openbare wegen, pleinen en gebouwen door middel van werken van beeldende kunstenaars’.
Het nieuwe fonds wordt jaarlijks aangevuld vanuit de leges die de gemeente heft op de verstrekking van bouwvergunningen. Uit het fonds kunnen opdrachten voor en aankopen van kunstwerken worden betaald, maar ook het onderhoud van die kunstwerken.
De rechtspraak in de Gelderse Middeleeuwen voorziet net als die in onze tijd in de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan. Wie de uitspraak van een lokale rechter wil aanvechten kan zijn of haar zaak onder de aandacht van de Hoge Bank van het Veluws Landgericht brengen. Eén keer per jaar komt deze samen op het Herenhul onder voorzitterschap van de hertog van Gelre of diens plaatsvervanger.
±
-
-
1917
v. Chr.
Het verhaal van vandaag
Oprichting van de Eerste Apeldoornsche Automobiel Maatschappij
Sytze Keekstra komt in 1903 van Groningen naar Apeldoorn om bij de gemeente in dienst te treden als politieagent 2e klasse. Keekstra is een man met ambities. Hij promoveert tot agent 1e klasse en wordt voorzitter van de Apeldoornsche Politievereniging ‘Ons Belang’.
De Apeldoornse Vogelbuurt is gebouwd op de Wormense Enk. Een enk is landbouwgrond die vanaf de late middeleeuwen (ongeveer vanaf 1300) als akkerland in gebruik is genomen en waar de vruchtbare grond is verbeterd door bemesting. Deze mest, meestal uit schapenstallen, wordt vermengd met heideplaggen dat vervolgens op de akkers wordt opgebracht. Op deze manier ‘groeit’ de bodem, waarbij er soms wel een pakket van één tot anderhalve meter dikte bovenop is gekomen.
Door op "ja" te klikken, ga je akkoord met het opslaan van cookies op jouw apparaat om de site navigatie te verbeteren en het site gebruik te analyseren Bekijk ons cookie- en privacybeleid voor meer informatie.