Roelof Kisjes hangt de ‘Bede van een Paard’ op in zijn stal
In 1904 begint stoombootagent Roelof Kisjes een transportbedrijf. Hij is op dat moment nog geen 20 jaar oud, dus ondernemingszin kan hem zeker niet ontzegd worden. Kisjes bouwt zijn bedrijf uit tot een bekende naam aan het Apeldoorns Kanaal, dat dan nog een belangrijke levensader is voor vele Apeldoornse bedrijven en handelaren. De ‘motor’ van Kisjes transport is in die jaren te vinden in het grote houten stalgebouw aan Kanaal Noord. Daar staan de paarden.
Stalbord
Ergens in die beginjaren wordt - volgens de overlevering in de familie - Kisjes benaderd door een kunstschilder die hem aanbiedt een bord te schilderen met daarop een gedicht: ‘De Bede van een paard’. Het is een gedicht dat mensen oproept om hun edele viervoeters met respect te behandelen en dat eind 19e, begin 20e eeuw door verschillende verenigingen voor dierenbescherming wordt verspreid. Roelof Kisjes houdt van zijn paarden en het bord krijgt een mooie plek in de stal, waar het vele jaren blijft hangen. Ondertussen verandert de transportwereld radicaal. Er komen vrachtauto’s, hijskranen en containers. Paardenkracht wordt overbodig. Met de paarden verdwijnt ook het stalbord uit zicht.
21e eeuw
Transportbedrijf Kisjes beweegt met de ontwikkelingen mee. Zelfs de sluiting van het Apeldoorns Kanaal voor de scheepvaart in 1962 kan het bedrijf niet deren. In de 21e eeuw wordt de locatie aan Kanaal Noord wel steeds problematischer vanwege de bereikbaarheid en bewegingsruimte. In 2018 verhuist Kisjes daarom naar een nieuwe locatie aan Kanaal Zuid.
Al die tijd is het stalbord in de familie bewaard gebleven. De kleinzonen van Roelof Kisjes laten het restaureren en in 2024 dragen ze het over aan CODA Museum, waar het gekoesterd wordt als zeldzaam voorbeeld van vroege activiteiten op het terrein van dierenbescherming, maar bovenal als getuigenis van een van Apeldoorns oudste bedrijven.