Ans Schut, geboren in Apeldoorn op 26 november 1944, leert al vroeg schaatsen op de bevroren vijvers in het Paleispark. Vanaf het midden van de jaren ’60 maakt ze landelijk naam als langebaanschaatster. Ans traint veel op de Kunstijsbaan in Deventer. Daarnaast maakt ze vele oefenkilometers op de rolschaatsen die haar trainer Ab Steneker speciaal voor haar heeft gemaakt. In de wijk Kerschoten is de langszoevende atlete een vertrouwd gezicht.
Ondertussen werkt Ans als kantoorbediende bij Koffiebranderij Oldenhof aan de Rosariumstraat en bij papierfabriek Koldewijn aan Kanaal Zuid. Voor internationale wedstrijden moet ze onbetaald verlof opnemen. Gelukkig willen haar werkgevers daaraan meewerken. Hoewel ze lid is de nationale kernploeg krijgt ze niet meer dan een kleine onkostenvergoeding.
Goud
Het absolute hoogtepunt van haar carrière beleeft Ans Schut in 1968, tijdens de Olympische Winterspelen die dat jaar worden gehouden in Grenoble. Ze overtreft zichzelf met een perfect gereden 3000 meter. Met haar tijd van 4 minuten en 56,2 seconden blijft ze de Finse Kaija Mustonen en haar eigen landgenote Stien Kaiser ruim voor.
Hulde
Het feest dat in Grenoble losbarst na de gouden medaille, wordt bij de terugkomst in Apeldoorn voortgezet. Schut wordt tijdens een rijtoer vanaf Paleis Het Loo naar Orpheus massaal toegejuicht. tijdens de daaropvolgende receptie in de schouwburg wordt ze verder gefêteerd. Burgemeester Des Tombe biedt haar namens het gemeentebestuur een zilveren bonbonschaal aan.
In 1969, het jaar na de Olympische Spelen, verbetert Ans Schut nog vijf maal een wereldrecord, twee keer op de 1500 en drie keer op de 3000 meter. Bijna een jaar lang voert ze de zogenoemde Adelskalender, een ranglijst voor de beste schaatsers van hun tijd, aan. In 1971 beëindigt ze haar carrière.