Oprichting van de Nederlandse Cocosfabriek (Nedcos)
De voorloper van de Nederlandse Cocosfabriek (Nedcos) wordt in 1906 door de Poolse immigrant Abraham Bukowsky opgericht. Hij brengt in 1913 de productie onder in een Naamloze Vennootschap, waarmee de oprichting een feit is. Nadat Bukowsky in 1916 naar Polen is terugverhuist groeit de fabriek aan de Pelikaanlaan en de Reigersweg onder leiding van Johan Paul en Joseph Leverpoll uit tot de grootste verwerker van kokosvezel in Nederland. Omdat in diezelfde tijd aan Kanaal Noord ook de Jute- en Cocosfabriek L.J. Heijmeijer een aanzienlijke omvang aanneemt, mag Apeldoorn zich vanaf de jaren twintig de officieuze "kokosmattenhoofdstad van Nederland" noemen.
In de Nedcos-fabriek zijn in die jaren tussen de twee- en driehonderd mensen aan het werk. Daarnaast zijn er vele Apeldoorners die thuis matten weven voor het bedrijf. Bovendien produceert, in het kader van de arbeidstherapie, ook de mattenmakerij van Het Apeldoornsche Bosch voor de Nedcos.
Oorlog en wederopbouw
De oorlogsjaren trekken een zware wissel op het bedrijf. De Joodse Joseph Leverpoll wordt in Auschwitz vermoord. Johan Paul moet zijn verzetsactiviteiten met de dood bekopen. In 1945 krabbelt de fabriek, die dan nog maar veertig werknemers heeft, weer op om vervolgens, tijdens de wederopbouw, nog groter te groeien dan in de vooroorlogse jaren.
Hart van Zuid
De betekenis van Nedcos voor Apeldoorn Zuid is aanzienlijk, in economisch, maar ook zeker in sociaal opzicht. De personeelsvereniging organiseert verschillende activiteiten zoals voetbal, tafeltennis en muziek. Ook zijn er jaarlijks uitstapjes en feestavonden met optredens door nationaal bekende artiesten. zoals André van Duijn, Willy Alberti en Rita Corita.
Door de grote vraag naar kokos vloerbedekking en ook omdat de arbeidsomstandigheden in de fabriek niet bepaald aantrekkelijk zijn ontstaat er een personeelstekort. In 1961 is Nedcos een van de eerste Apeldoornse bedrijven die gastarbeiders laten overkomen uit Italië. In 1965 volgt een groep werknemers uit Turkije.
Het einde van de Apeldoornse kokosvezelverwerking
Door de productie van wollen en synthetische vloerbedekking ontstaat er in de jaren zeventig van de vorige eeuw veel concurrentie in de tapijtindustrie en komt de kokosproductie in de verdrukking. In 1980 gaat de Nedcos failliet. De gemeente koopt het bedrijfsterrein en de fabriek maakt plaats voor nieuwbouwwoningen. Omdat de fabriek van Heijmeijer het jaar daarvoor al tegen de vlakte is gegaan, is de hoofdrol die Apeldoorn decennialang heeft vervuld op het gebied van kokos vloerbedekking hiermee definitief uitgespeeld.