Oprichting van de Apeldoornse Lucifersfabriek

De doosjes worden in een schuur in Vaassen gemaakt, waarna de doosjes in Wenum met lucifers gevuld worden. Een werknemer krijgt voor elke 100 gevulde doosjes 3 cent – iets minder dan € 0,014. Sommige werknemers vullen zo’n 2.500-2.800 doosjes op een dag en verdienen daarmee een dagloon van 0,75-0,80 cent; dat is omgerekend € 0,34-0,36.

In de beginperiode werken in de fabriek 28 arbeiders, maar in 1874 is dat aantal al verdubbeld. Het bedrijf maakt een ongekende groei door en krijgt een omvang zoals Apeldoorn nog niet eerder kent: in 1876 werken er 52 mannen, 3 vrouwen, 69 jongens en 31 meisjes. Om een indruk te geven van het salaris in die tijd: jongens en meisjes vanaf 12 jaar verdienen dan 0,25 cent per dag, dat is iets meer dan € 0,11.

Het bedrijf verhuist in 1977 naar een nieuw fabriekscomplex aan de westzijde van het kanaal Apeldoorn-Dieren, niet ver van de spoorbrug. Vanaf dat moment gaat het bedrijf verder onder de naam Lucifersfabriek Hoogendijk, Fromberg en Cie. Waarschijnlijk vanwege de gunstige ligging vlak bij station Apeldoorn, de in 1876 in gebruik genomen spoorwegverbinding Amersfoort-Apeldoorn-Zutphen en vanwege de ligging vlak bij het kanaal, blijft het bedrijf groeien. Op het hoogtepunt van deze groei, zo rond 1890, werken er maar liefst 600 werknemers bij de Lucifersfabriek.

Niet lang daarna komt er echter een kentering en worden sommige bedrijven vanwege een overproductie van lucifers opgeheven of samengevoegd. De Lucifersfabriek wordt aan het begin van de twintigste eeuw opgeheven.