Zuster de Wit laat een villa bouwen
Aan de Zonnehoeve 12, verscholen tussen bomen en struiken, staat een opvallende witte villa. De oorsprong ervan gaat terug tot 1895, het jaar waarin Jan Veeneman op deze plek een boerderij bouwt. Nadat die vermoedelijk afbrandde, verrijst op de fundamenten daarvan in 1917 Villa Zonnehoeve. Opdrachtgever is een verpleegster uit Den Haag: Laura de Wit.
Laurina Josina de Wit werkt in de jaren ‘10 van de vorige eeuw als gediplomeerd verpleegkundige in chique Londense wijken en tijdens de Eerste Wereldoorlog voor het Rode Kruis. Een struise vrouw met een sterke wil en een groot hart voor kinderen. Haar motto: “Kinderen naar buiten!”. Vanuit die gedachte sticht ze in Apeldoorn een pension en rustoord voor kinderen die frisse lucht en zorg nodig hebben. Haar broer Pieter ontwerpt het landhuis.
Hoe zuster De Wit de financiering rond kreeg, is nog altijd een raadsel: haar vader was een eenvoudige kurkensnijder die zijn kurken verkocht aan Scheveningse vissers en in kroegen preekte tegen drankmisbruik.
Link met het Apeldoornsche Bosch
Vanaf de jaren '30 kruisen in villa Zonnehoeve vele levens elkaar. In 1931 verkoopt zuster De Wit het landhuis aan de Zevendedagsadventisten, die er een zendingsschool startten. Tegelijkertijd blijft het in gebruik als pension. Kamers worden veelal bewoond door personeelsleden of patiënten van de nabijgelegen Joodse psychiatrische inrichting Het Apeldoornsche Bosch. De Zevendedagsadventisten houden vanuit hun geloof net als de joden de zaterdag aan als rustdag.
Eén van de bewoners van de Zonnehoeve in die tijd is Arno Schwarz. Hij is de geliefde ‘Arno’ waarover Claartje van Aals schrijft in haar aangrijpende brieven over Het Apeldoornsche Bosch.
Aan de bevrijding van Apeldoorn gaan in april 1945 hevige vuurgevechten vooraf. Op 15 april treft het noodlot de familie Buys die sinds 1941 in de villa woont en net zit te eten in de keuken. Hun dochter Deborah, 17 jaar oud, wordt dodelijk getroffen door een verdwaalde kogel.
‘Foute’ huurbaas
In de jaren ’50 komt de villa in handen van Willem Dam, een oud-NSB’er en voormalig kampbewaker in het beruchte kamp Erika bij Ommen. Hij is eerder veroordeeld tot anderhalf jaar internering wegens collaboratie en het zich toe-eigenen van Joodse bezittingen. Een oud-huurder herinnert zich Dam ook nog als een allesbehalve aangename man: “Wij huurden eind jaren ’60 een kamer. Toen de huur door de viering van 1 mei (Dag van de Arbeid) een dag later kwam, stond Dam met een mes voor onze deur. We zijn via het keukenraam op de brommer naar het politiebureau gevlucht.”
In 1967 kopen de Belg Bertus Dessein en zijn vrouw de Zonnehoeve. Wanneer die laatste overlijdt, raakt het huis in verval. Overal zijn kippenhokken en zwerfkatten. Het verhaal gaat dat er zelfs een wild zwijn in een hok wordt gehouden. In 1994 nemen Desseins nicht Corry en haar man Adri het landhuis over. Zij renoveren het en maken er een thuis van voor hun kinderen en kleinkinderen, die er naar hartenlust genieten van de natuur.
Podcast
Meer over de markante én beladen personen die in de loop der jaren op de Zonnehoeve hebben gewoond is te vinden op www.radiozonnehoeve.nl waar onder andere een podcast te beluisteren is.











.webp)





















































.webp)






.webp)

.webp)

.webp)



%201973.jpg)
.webp)

.webp)



















