Grootschalige houtskoolproductie op de Veluwe
In de vroege Middeleeuwen (van de negende tot de twaalfde eeuw) kent Apeldoorn een voor die tijd grootschalige ijzerindustrie. Om al dat ijzer te produceren, moet er niet alleen voldoende ijzererts zijn, maar ook hout om houtskool te kunnen maken. De ijzerovens worden namelijk op houtskool gestookt en ook is houtskool nodig om uit ijzererts ijzer te winnen.
Houtskool wordt in zogenaamde houtskoolmeilers gemaakt. Dit is vakkundig gestapeld hout dat op een paar kleine openingen na helemaal van de buitenlucht wordt afgesloten door het met grasplaggen te bedekken. Wanneer het afgedekte hout wordt aangestoken, gaat het niet branden maar gloeien zodat het hout na een aantal dagen is verkoold. Nadat de meiler is afgekoeld, worden de grasplaggen verwijderd en is de houtskool klaar voor gebruik.
De waarschijnlijk oudste overblijfselen van houtskoolmeilers op de Veluwe worden in 2012 in de buurt van Radio Kootwijk ontdekt. Deze oudere meilers worden niet óp de grond opgestapeld, maar in een kuil ín de grond, de zogenaamde kuilmeilers. Ook in de omgeving van Het Aardhuis worden meilers ontdekt. Wie daar meer over wil weten, kan bij Het Aardhuis een wandeling maken, waarbij onderweg op verschillende informatieborden meer te lezen is over de meilers en die tijd.
De laatste houtskoolbranderij is in handen van de Uddelse familie Beekman en deze wordt halverwege de negentiende tot het eind van twintigste eeuw gebruikt. De voormalige houtskoolloods wordt in 2002 afgebroken.
personen
