Het bestuur van Felua rond de opgegraven urnen, 29 maart 1900
Het bestuur van Felua rond de opgegraven urnen, 29 maart 1900
Felua doet opgravingen in het Vanenbosch
±
29
-
3
-
1900
v. Chr.

De Apeldoornse Historische Vereniging Felua onderzoekt omstreeks 1900 een aantal grafheuvels in het Vanenbosch, vlak bij Hoog Soeren. Tijdens dit onderzoek vinden ze enkele grafheuvels, met daarin meerdere urnen die nog intact zijn. De grafheuvels en urnen dateren uit de periode 1100 tot 250 voor Christus.

Deze oudheidkundige vereniging is in 1896 door notabelen opgericht, iets dat in die tijd vaker gebeurt. Tot de eerste leden behoren onder andere H.P.J. Tutein Nolthenius, burgemeester van Apeldoorn, en zijn broer en toenmalige opperhoutvester van Kroondomein Het Loo, Gulian Tutein Nolthenius.

Wanneer koningin Wilhelmina over de vondst hoort, schrijft ze een brief aan het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden. Jan Hendrik Holwerda, directeur van het museum, is meteen geïnteresseerd in de “interessante fenomenen op het landgoed van de koningin”. Op uitnodiging van de koningin start hij een omvangrijke opgravingscampagne in Kroondomein Het Loo, waarbij tussen 1907 en 1911 tientallen grafheuvels worden opgegraven. Holwerda wil daarbij “niet slechts de urn eruit graven, maar zooveel mogelijk zijne geschiedenis vaststellen”. Hiermee staat dit onderzoek aan de wieg van de moderne Nederlandse archeologie.

In het Vanenbosch liggen nog acht grafheuvels en daartussen liggen enkele tientallen lage grafheuveltjes die bij een urnenveld horen. Met een geoefend oog, en met het juiste licht, zijn ook deze lage heuveltjes nog steeds te zien.

deel dit verhaal via


Wat is uw verhaal? Wilt u ook een bijdrage leveren? Dat kan! Klik hier voor meer informatie.

Draai je telefoon
voor de beste beleving

Door op "ja" te klikken, ga je akkoord met het opslaan van cookies op jouw apparaat om de site navigatie te verbeteren en het site gebruik te analyseren  Bekijk ons ​​cookie- en privacybeleid voor meer informatie.