Willem III komt jagen in Hoog Soeren
Koning-stadhouder Willem III is groot liefhebber van de jacht en verblijft graag in zijn eenvoudige jachthuis in Hoog Soeren. Deze voormalige hoeve, inclusief het bijbehorende land en het beheer en de jachtrechten van het gebied, wordt hem in 1677 door het bestuursorgaan De Gelderse Landdag geschonken. Vanuit zijn functie als stadhouder en door toe-eigening breidt hij dit privébezit aanzienlijk uit ten behoeve van zijn jachtplezier.
Er wordt zowel op gevogelte gejaagd, als ook op grofwild zoals herten, zwijnen en reeën en op kleinwild zoals hazen en konijnen. Zijn voorkeur gaat echter uit naar de ruige, langdurige parforcejacht waarbij wild door jachthonden opgejaagd wordt.
Zijn jachthuis in Hoog Soeren wordt niet alleen gebruikt om te verblijven, maar er wordt ook recht gesproken. Volgens geschriften van zijn privésecretaris zijn er tijdens de rechtszittingen circa veertig personen aanwezig, zowel heren als knechten. Na de zitting wordt er gegeten en gedronken: de heren eten wildbraad en schaap en drinken (brande)wijn; de knechten krijgen bier. Voor de paarden is er plek in de houten stallen naast het jachthuis.
Willem III is tot zijn dood (1702) regelmatig in zijn jachthuis in Hoog Soeren. Na zijn dood wordt het in gebruik genomen als boerderij en worden er af en toe kerkdiensten gehouden. De boerderij wordt in 1925 uitgebreid met een extra woonlaag. Sinds 2014 is op deze historische plek Brasserie Het Jachthuis gevestigd.
